Plicht voor energielabel C voor kantoren lijkt gewenst effect te hebben

In 2018 kondigde de Nederlandse overheid aan dat alle kantoorgebouwen groter dan honderd vierkante meter vanaf 1 januari 2023 een energielabel C zouden moeten hebben willen ze nog gebruikt mogen worden. Deze regelgeving lijkt navolging te krijgen in andere sectoren, en ook in de hele Europese Unie. Maar werken deze regels wel?

In het kort
– De label C-norm voor kantoren heeft geleid tot een versnelde verbetering van de energieprestaties van kantoren.
– Na de verplichting zijn kantoorgebouwen met een energielabel lager dan C bijna twintig procent minder waard geworden.
– Huurders trekken zich weinig van de regelgeving aan, de huren in onzuinige kantoorgebouwen zijn onveranderd gebleven.

Het wereldwijde streven om de klimaatverandering af te remmen leidt tot een toenemende nadruk op de energie-efficiëntie. Ook in het vastgoed, want die sector is goed voor ongeveer 30 procent van het mondiale energieverbruik en 39 procent van de totale uitstoot van CO2 (IEA, 2022).

In de afgelopen jaren hebben Europese regeringen diverse maatregelen genomen om energie-efficiëntie in vastgoed te stimuleren. Nederland vormt hierop geen uitzondering en heeft maatregelen ingevoerd om de energieprestaties van gebouwen te verbeteren, waaronder subsidies op isolatie en warmtepompen, belastingvoordelen voor duurzaamheidsinvesteringen en de plicht om een energieprestatiecertificaat te verstrekken bij verhuur of verkoop van zowel woningen als commercieel vastgoed.

De energiemaatregelen waren (en zijn nog steeds) voornamelijk gericht om barrières tot verduurzaming weg te nemen, maar daar kwam in 2018 een verplichting bij die vereist dat kantoorgebouwen ten minste een energieprestatiecertificaat van C moeten hebben. De label C-verplichting geldt zowel voor complete kantoorgebouwen als voor gedeelten (bijvoorbeeld een kantoor in een logistieke hal). Gebouwen die op 1 januari 2023 niet aan deze norm voldoen, mogen niet meer als kantoor gebruikt worden. Nederland was het eerste land dat zo’n regel heeft ingevoerd, en inmiddels wil de Europese Unie dit voorbeeld volgen – niet alleen voor commercieel vastgoed, maar ook voor de woningmarkt.