Ontwikkeling van de economie in Groningen

“Het gaat hartstikke goed met de economie van de stad Groningen”

Het gaat ‘hartstikke goed’ met de economie van Groningen, althans met die van de stad. In Nederland steekt Amsterdam er nog steeds bovenuit wat betreft de ontwikkeling van de werkgelegenheid, maar daarna komen steden waar het ook behoorlijk goed mee gaat, en daar hoort de stad Groningen ook bij. De provincie Groningen als geheel doet het wat minder goed, en het is zorgelijk dat er veel mensen zijn met een afstand tot de arbeidsmarkt die niet meedoen. “Maar ook voor de provincie is het beeld genuanceerd, en zijn er delen waar het toch ook heel goed mee gaat, net als met de stad”.

Dat betoogt prof. dr. Jouke van Dijk, hoogleraar regionale arbeidsmarktanalyse aan de faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen, en voorzitter van de Sociaal Economische Raad Noord-Nederland.

Volgens de Groningse hoogleraar is er geen aanleiding (meer) om te somberen over de Groningse economie, en al zeker niet over die van de stad Groningen.

In de stad Groningen zijn het vooral de Rijksuniversiteit en het UMCG die zorgen voor veel werkgelegenheid. In hun kielzog zijn ook veel kleinere bedrijven ontstaan die samen zorgen voor veel nieuwe en hoogwaardige werkgelegenheid.

“En vergeet ook niet de aanwezigheid van zoveel buitenlandse studenten. De internationale studenten zijn goud waard voor Groningen! Zij zorgen voor een forse bestedingsimpuls in de Groningse economie”, aldus professor Van Dijk.

Er wordt in Groningen nog wel eens gemopperd dat er hier zoveel studenten zijn, die soms voor overlast zorgen. “Dat mag dan zo zijn: maar studenten geven aanzienlijk minder overlast dan sommige industrieën. Bovendien blijven sommigen na hun studie in Groningen, waardoor vacatures vervuld worden die zonder hen minder makkelijk te vervullen zouden zijn”.

Wel is het zo dat veel afgestudeerden na korte of langere tijd Groningen weer verlaten. Volgens Jouke van Dijk is daar uiteindelijk niet zo veel aan te doen omdat in de Randstad vaak grotere bedrijven zijn gevestigd, met betere carrièremogelijkheden, voor afgestudeerden én hun partner.

“Maar zo erg is dat niet dat ze Groningen verlaten. Al die studenten hebben hier dan wel jarenlang gestudeerd en geld uitgegeven. Je moet hun vertrek dan ook niet zien als een braindrain, maar als een exportproduct, en ook nog eens een heel mooi exportproduct”.

Wel vindt hij dat de noordelijk bedrijven meer moeten profiteren van aanwezigheid van universiteit en Hanzehogeschool. De bedrijven moeten zich meer in de etalage zetten bij de universiteit en de studenten. Daardoor zien die studenten hun vacatures. Je kunt er dus beter naar streven om studenten na hun studie hier te houden dan om ze met een campagne weer terug te lokken als ze eenmaal verdwenen zijn.

Situatie in het Ommeland

Het probleem zit meer in het Ommeland. Nog niet in het Westerkwartier, want daar gaat het ook goed, evenals in de regio Groningen – Assen. Maar oost-Groningen blijft wél duidelijk achter, hoewel je ook daar prachtige bedrijven hebt, zoals Witec, fijnmechanische techniek, in Stadskanaal. Ook in Delfzijl gaat het niet geweldig. De chemie ontwikkelt zich er goed, maar deze sector is erg kapitaalintensief en levert relatief weinig banen op, zeker niet voor de mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

Wel is het zo dat de een aantal jaar geleden voorziene krimp in oost-Groningen erg mee is gevallen, er zijn dus zeker geen lege dorpen ontstaan.

Wat te doen?

Volgens Jouke van Dijk heeft het niet zoveel zin om voortdurend op jacht te gaan naar nieuwe (technische) bedrijven in de provincie Groningen, want die gaan ook weer concurreren om personeel met bestaande bedrijven. Volgens hem is er één sector in Groningen die wél zeer kansrijk is en kan helpen mensen aan het werk te krijgen die nu nog aan de kant staan: dat is de vrijetijdseconomie.

“Het toerisme biedt prachtige kansen voor Groningen, daar valt behoorlijk wat te winnen. In de provincie Groningen zijn nu flink wat mensen die niet meedoen, soms lager opgeleid. De vrije tijdseconomie zou velen van hen aan werk kunnen bieden. Tijdens corona kwamen veel mensen uit andere delen van Nederland naar Groningen, om te recreëren en zagen hoe mooi het hier is. Díe ontwikkeling moeten we bevorderen. En dat gaat gelukkig ook gebeuren. Er zijn al nieuwe initiatieven zoals De Graanrepubliek in Bad Nieuweschans of De Toekomst in Scheemda. Ik denk dat als we daar mee doorgaan, Groningen nog veel meer werkgelegenheid kan krijgen in de vrijetijdseconomie”.

“Genuanceerd optimistisch”

Al met al zou je het oordeel over de economische situatie van Stad en Ommeland kunnen samenvatten met de woorden “genuanceerd optimistisch”. Het beeld dat het in Groningen slecht zou gaan, dat beeld klopt in elk geval helemaal niet.

Wel zou het goed zijn wanneer de Rijksoverheid een handje blijft helpen, en voorzieningen als de Lelylijn mogelijk gaat maken. “Daar moeten we echt voor blijven ijveren. Maar niet vanuit het gevoel dat we hier Calimero zijn, want dat zijn we dus helemaal niet. Maar wel omdat ook andere steden zoals Amsterdam en Rotterdam veel steun krijgen, en absoluut en omgerekend per inwoner, de hoogste bijdragen uit het gemeentefonds.

Randstad krijgt het meest, ook per inwoner

Uit het rapport Elke Regio Telt blijkt zonneklaar dat er in de regio’s buiten de Randstand tientallen jaren lang veel minder is geïnvesteerd in versterking van de economische structuur, de zorg, infrastructuur, het openbaar vervoer, de culturele voorzieningen en het onderwijs. Het rapport adviseert dan ook om de investeringskeuzes van de rijksoverheid te veranderen, want die moeten niet langer vanzelfsprekend leiden tot ‘sterker te maken wat al sterk is’.  In tegendeel,

Elke Regio Telt stelt dat er een langjarige periode van extra investeringen nodig is in regio’s buiten de Randstad ter compensatie van jarenlange publieke onderinvesteringen, om zo de bestaande ongewenste verschillen in brede welvaart tussen regio’s te verkleinen. ‘We moeten nu echt gaan investeren in zaken die ons verder helpen, en waar we meer aan hebben dan aan windmolens, zonneweides en datacenters die ons mooie landschap aantasten, want dat fraaie landschap hebben we juist nodig voor de ontwikkeling van het toerisme. Kortom: het gaat goed en er zijn veel kansen. Een nieuw kabinet dat echt uitvoering geeft aan Elke Regio Telt kan hierbij helpen. Maar er is ook nog veel werk aan de winkel voor Stad en Ommeland”, aldus Jouke van Dijk.

BRON